1 (paarse) bloemkool van ongeveer 800 g met blad
1 aubergine (ongeveer 400 g)
250 g tuinbonen (gedopt, 750 g tot 1 kg ongedopt)
2 tl venkelzaad
5 g verse dille
1 lente-ui
2 tl sumac
2 tl gedroogde munt
rasp van 1 citroen
sap van ½ tot 1 citroen
150 g sla
4 el olijfolie
peper en zout
Maak de bloemkool schoon en verdeel hem in kleine roosjes.
Snijd de aubergine in blokjes van ongeveer 2 x 2 cm.
Dop eventueel de tuinbonen.
Verdeel de bloemkoolroosjes, de aubergineblokjes en de tuinbonen over een met bakpapier beklede bakplaat, strooi de venkelzaadjes erover, besprenkel ze met de olijfolie en bestrooi ze met peper en zout naar smaak.
Schuif de bakplaat iets boven het midden in de oven, stel de oven in op 200°C en rooster de groenten 25 tot 35 minuten, tot ze goudbruin en gaar zijn.
Laat de groenten afkoelen.
Hak de dille fijn en snijd de lente-ui in ringetjes.
Schep de afgekoelde groenten om met de sumac, de gedroogde munt, de citroenrasp, het citroensap, de dille en de lente-ui en breng eventueel verder op smaak met peper, zout en/of extra citroensap.
Verdeel de sla over een schaal en schep hier de geroosterde groenten op.
Serveer de salade als bijgerecht of als onderdeel van een tafel vol kleine gerechtjes