(nagerecht voor 4 tot 6 personen)
300 g rabarber
500 g bramen
2 el diksap
2 el water
125 g havermeel
20 g havermout
1 tl zuiveringszout
½ tl zout
2 tl citroenrasp
25 g kokosolie
50 g honing of agavesiroop
120 g havermelk
1 tl citroensap
Maak de rabarber schoon en snijd hem in stukjes van ongeveer 3 cm.
Doe de rabarber en de bramen in een ovenschaal, voeg het diksap en het water toe en schep alles om.
Schuif de ovenschaal iets onder het midden in de oven, stel de oventemperatuur in op 200°C en laat het fruit in 20 tot 30 minuten zacht worden.
Meng ondertussen het havermeel met de havermout, het zuiveringszout, het zout en de citroenrasp.
Maak een kuiltje in het midden.
Smelt de kokosolie in een steelpan en voeg de honing, de havermelk en het citroensap toe.
Giet het kokosolie-mengsel in het kuiltje bij het meel en meng alles goed.
Verdeel het cobbler-deeg met een lepel over de rabarber en bramen uit de oven en zet de ovenschaal nog 15 tot 20 minuten terug in de oven, tot het cobblerdeeg goudbruin en gaar is.
Serveer de cobbler zo of met plantaardige yoghurt of room.