Voor de labneh:
500 ml (vegan) yoghurt
1 – 2 el tahin
munt
chilivlokken
olijfolie
peper en zout
Voor de tuinbonen en de aubergine:
300 g tuinbonen
1 aubergine
4 el olijfolie
peper en zout
Voor de marinade:
15 g dille
15 g munt
15 g koriander
1 teen knoflook
sap en rasp van ½ citroen
150 ml olijfolie
peper en zout
Laat voor de labneh de (vegan) yoghurt in een met kaasdoek of een theedoek zonder luchtjes beklede zeef boven een pan zo’n vijf uur uitlekken.
Schep de tuinbonen in een kom om met 2 eetlepels olijfolie en peper en zout naar smaak.
Snijd de aubergine in de lengte in smalle repen, bestrijk deze op de snijvlakken met de rest van de olie en bestrooi ze met peper en zout naar smaak.
Verdeel de tuinbonen en de aubergine over een met bakpapier beklede bakplaat en rooster ze in een op 200°C voorverwarmde oven in 20 tot 25 minuten goudbruin en gaar, schep ze af en toe om.
Snijd of hak de dille, de munt en de koriander fijn.
Pel de knoflook en plet hem met het lemmet van een mes.
Rasp de schil van de halve citroen en pers het sap uit.
Roer de kruiden, de knoflook, de citroenrasp en het citroensap door de olijfolie en breng de marinade op smaak met peper en zout.
Schep de tuinbonen door de marinade en laat ze een paar uur tot een paar dagen marineren in de koelkast.
Verdeel de labneh over een groot bord of een schaal en roer en naar smaak tahin door (de labneh en de tahin hoeven niet helemaal gemengd te zijn, het is prima als je hier en daar nog ongemengde tahin en labneh ziet.
Besprenkel de tahin-labneh met olijfolie naar smaak en strooi er peper en zout naar smaak over.
Schep de gemarineerde tuinbonen op de labneh en leg de auberginerepen ernaast.
Bestrooi met chilivlokken naar smaak en garneer met muntblaadjes.
Serveer met lekker brood zoals pitabrood, platbrood of zuurdesembrood.