(groentegerecht voor 2 tot 3 personen)
450 g bloemkoolroosjes
200 g tuinerwtjes (diepvries of versgedopt)
1 bosje lente-uitjes (2 lente-uitjes worden helemaal gebruikt, van de rest wordt alleen het groen gebruikt)
¼ ingelegde citroen
⅓ granaatappel
2 el pompoenpitpasta
1 teentje knoflook
10 g munt
15 g peterselie
15 g dille
½ tl honing of ahorn- of agavesiroop
3 – 4 tl citroensap
4 el olijfolie
cayennepeper naar smaak
zout
Maal de bloemkoolroosjes in een keukenmachine tot couscous.
Doe de tuinerwtjes in een hittebestendig kommetje, giet er kokend water overheen tot ze net onderstaan, dek het kommetje af (bijvoorbeeld met een schoteltje), laat de tuinerwtjes 10 minuten staan en giet ze dan af.
Snijd het witte gedeelte van de 2 lente-uitjes in dunne ringetjes.
Snijd het vruchtvlees uit de ingelegde citroen en snijd de schil in kleine stukjes.
Haal de granaatappelpitjes uit de schil,
Schep de bloemkoolcouscous om met de tuinerwtjes, de lente-uitjes, de stukjes ingelegde citroen en de granaatappelpitjes.
Doe voor de dressing de pompoenpitpasta, het groen van de lente-uitjes, de knoflook, de munt, de peterselie, de dille, de honing of ahorn- of agavesiroop, 2 theelepels citroensap en een snufje zout in de kom van een keukenmachine.
Pureer de ingrediënten voor de dressing en schenk er in een dun straaltje de olijfolie bij.
Proef de dressing en breng hem verder op smaak met citroensap, zout en cayennepeper.
Serveer de bloemkoolcouscous met de dressing.